In de kleuterschool werken de leerkrachten met “de doos van gevoelens” om de kleuters gevoelens te laten herkennen en te benoemen. Op de kleuterspeelplaats is er een gevoelensmuur waar de gevoelens zichtbaar zijn voor hen. Dit maakt het makkelijker om tijdens een speeltijd gevoelens te leren benoemen. Indien er een ruzie ontstaat, kunnen ze met behulp van de leerkracht naar de vriendjesmuur gaan om zo samen tot een oplossing te komen. Dit wordt begeleid en verloopt stap voor stap.
In het eerste en tweede leerjaar maken de leerlingen kennis met de dieren van geweldloze communicatie namelijk de jakhals en giraf.
De giraf staat symbool voor verbindend communiceren. Het is het landdier met de langste nek en het grootste hart.
De giraf spreekt de taal van het hart, zal heel veel luisteren, zich afvragen waarom iemand iets zegt en nagaan naar welke behoefte er schuilt achter de woorden van de ander.
De giraf zal ook spreken vanuit eigen gevoelens en behoeftes, in de ik-vorm.
De jakhals staat symbool voor de taal van geweld. De jakhals zal boos of agressief reageren, neemt dingen heel persoonlijk, voelt zich vlug aangevallen, maakt veel ruzie, legt de schuld bij de ander.
Ieder mens heeft een giraf en een jakhals in zich. We willen graag de ander overtuigen van ons gelijk. De jakhals praat meestal in de jij-vorm, de giraf praat in de ik-vorm.
Het is niet de bedoeling om de jakhals in ons te onderdrukken.
Door naar onze jakhals te luisteren, gaan we beseffen dat er onvervulde behoeftes zijn in ons leven. De jakhals schreeuwt om aandacht. We leren de kinderen echter de woorden om naar hun jakhals te luisteren.
De giraf zal op haar beurt oordelen en verwijten aanhoren en zoeken naar de onderliggende behoeftes, zonder schuld of schaamte.
In de klas werken we met beide poppen.
In eerste graad beperken we ons tot 16 gevoelens bij de 4 basisgevoelens.
In de tweede graad wordt dit uitgebreid met 32 gevoelens.
In de derde graad worden dit er 48.
Kinderen leren hun mening te verwoorden, bij te sturen en te benoemen welke gevoelens hierbij te pas komen. Zo leren de kinderen verantwoordelijkheid op te nemen voor zichzelf.
In de eerste graad wordt sterk de nadruk gelegd op de IK – WIJ relatie, waarbij vooral veel aandacht besteed wordt aan het zich - goed – voelen, het mogen zijn zoals ik ben. Ze maken kennis met de jakhals en de giraf. We leren de kinderen om als een giraf met elkaar om te gaan en te kijken wat er gebeurt. De jakhals kijkt niet naar de situatie en zal onmiddellijk zijn mening geven.
Aan de hand van handpoppen worden er in de klas situaties gespeeld en besproken. Door te spelen met jakhals zal het kind de jakhals in zichzelf herkennen en naar een manier zoeken om ermee om te gaan zonder de ander lastig te vallen of te beschuldigen. De giraf zal er dan weer voor zorgen dat de jakhals in ons tot rust komt door de aandachtig te luisteren, achter de woorden te luisteren
In de tweede graad leggen we meer nadruk op de IK – JIJ relatie. Kinderen leren omgaan met elkaar ook al gaat dat soms gepaard met verdriet, boosheid, …
De reeds opgedane kennis rond de giraf en de jakhals wordt hier ook ingezet.
Hiervoor gebruiken we een stappenplan dat verder opgebouwd wordt in de derde graad.
Stap 1 : Wat is er gebeurd?
Stap 2 : Hoe voel ik mij daarbij? (gevoelens)
Stap 3 : Wat heb ik nodig om… ? (behoeften)
Stap 4 : Wat ga ik doen, zeggen, vragen? (actie ondernemen)
Het stappenplan hangt ook op aan de muur op de speelplaats, alsook de 48 gevoelens en behoeften die de kinderen nodig hebben om te benoemen hoe ze zich voelen en welke behoeften ze hebben om een ruzie op te lossen. Dit kan hen helpen om steeds meer als “een giraf” de situatie aan te pakken.
De giraf en jakhals op de speelplaats kunnen hen daarbij ondersteunen.